Een onderwerp dat steeds meer aandacht vraagt binnen de moderne veehouderij en voederindustrie door de veranderende klimaatsomstandigheden: mycotoxinen. Mycotoxinen zijn toxische stoffen die worden geproduceerd door schimmels, voornamelijk Aspergillus, Fusarium en Penicillium. Dit doen ze om zichzelf te beschermen tegen bacteriën of andere schimmels, maar tegelijkertijd zorgen ze ook voor schadelijke effecten bij onze landbouwhuisdieren.
Deze schimmels kunnen groeien en zich ontwikkelen op granen, maïs, sojabonen en andere gewassen, zowel in het veld als tijdens de opslag. Dit maakt het uitermate moeilijk om uitspraken te doen over de kwaliteit van grondstoffen. Een continue monitoring van het toxineniveau dringt zich dus op.
Hoe komen ze voor?
Mycotoxinen kunnen zowel tijdens de teelt als tijdens de opslag in de gewassen voorkomen. Factoren zoals de vochtigheid en de warmte bij opslag kunnen een belangrijke rol spelen in de schimmelgroei. Ook wanneer het product niet goed gedroogd is, kunnen mycotoxinen voorkomen.
Veelvoorkomende mycotoxinen zijn: aflatoxinen, deoxynivalenol (DON), zearalenon (ZEA), fumonisinen en ochratoxinen.
Mycotoxinen zitten niet zomaar homogeen verspreid in het veevoeder: ze kunnen zich op specifieke plekken ontwikkelen, wat een goede monstername bemoeilijkt. Bovendien is er geen directe link met het visuele uiterlijk van voedergranen: de mooiste partij granenvoeder kan alsnog besmet zijn met mycotoxinen.
Mycotoxinen in 2024 : België
2024 was wereldwijd het warmste jaar ooit. In België ging dit nog eens gepaard met het natste jaar ooit. In Ukkel viel er in 2024 uiteindelijk 1.170,7 mm neerslag, terwijl dat normaal 837,3 mm is. Deze zaken maakten de omstandigheden ideaal voor de ontwikkeling van schimmels en dus ook voor de aanwezigheid van mycotoxinen in het voeder.
De Belgian Feed Association (BFA) voerde een onderzoek uit om een beter inzicht te krijgen in het risico op contaminatie van maïsgranen met mycotoxinen, en dit zo kort mogelijk na de oogst. Voor deoxynivalenol (DON) werden in totaal 86 analyses uitgevoerd, waarvan 11% onder de detectielimiet van 150 ppb lag. Het hoogste gehalte DON werd aangetroffen in Belgische voedermaïs, met een waarde van 4.270 ppb. Dit is een duidelijke stijging ten opzichte van 2023, toen het maximum 3.660 ppb bedroeg. De mais uit België en Frankrijk is het zwaarst gecontamineerd.
Deze verhoogde contaminatiegraad is waarschijnlijk het gevolg van de late zaai- en oogstperiodes, gecombineerd met vochtige en warme omstandigheden die de ontwikkeling van schimmels bevorderden. Het is belangrijk om te benadrukken dat de resultaten slechts een indicatie geven van de mycotoxinerisico’s op het veld. Tijdens de opslag kunnen mycotoxineconcentraties verder toenemen.
In de laatste weken van 2024 werden diverse partijen maïs (zowel graan als CCM) aangetroffen met verhoogde mycotoxinewaarden. Waarden tot 5.000 ppb waren geen uitzondering. Dit heeft geleid tot maatregelen zoals het gebruik van toxinebinders, het minimaliseren van het aandeel maïs in voeder en het inzetten van maïs uit verschillende regio’s.
Wat zijn de risico's?
Mycotoxinen hebben een verschillende impact op diersoorten. Hier zijn de belangrijkste risico’s per diergroep:
Rundvee
Het idee dat de pens van rundvee mycotoxinen neutraliseert, is een misvatting. Toxinen zoals DON en ZEA blijven schadelijk en kunnen leiden tot een verminderde melkproductie, vruchtbaarheidsproblemen en een zwakker immuunsysteem. Besmet kuilvoer, zelfs goed geconserveerd of verhit, blijft een risico. Regelmatige kuilanalyse is belangrijk om schade te voorkomen.
Varkens
Varkens zijn erg gevoelig voor DON en ZEA. Deze toxinen veroorzaken eetlustverlies, groeivertraging en hormonale verstoringen, zoals vruchtbaarheidsproblemen en verwerpingen bij zeugen. Bovendien maakt immuunsuppressie door toxinen varkens vatbaarder voor ziekten.
Pluimvee
Bij pluimvee, vooral leghennen, leidt langdurige blootstelling aan DON tot een verminderd legpercentage, slechtere eikwaliteit en een verhoogde vatbaarheid voor infecties. Bij vleeskuikens kan het groeivertraging en darmproblemen veroorzaken.
Wat zegt de regelgeving?
Hieronder zijn richtwaarden weergegeven van gehaltes die toegelaten zijn in de verschillende diersoorten :

Hieronder zijn de maximumgehalten aan verontreinigingen in voedermiddelen weergegeven :

Hoe kunnen ze vermeden worden en welke rol kan VDS hierbij spelen?
Mycotoxinen in veevoeders kunnen worden vermeden door het nemen van preventieve maatregelen tijdens de teelt, opslag en verwerking van grondstoffen. Teeltrotatie is essentieel om de druk van schimmels op het land te verminderen. Daarnaast zijn goede ventilatie en schimmelvrije opslagruimtes cruciaal, waarbij temperatuur en vochtigheid nauwkeurig moeten worden gecontroleerd om schimmelgroei te voorkomen. Het is belangrijk om grondstoffen en voeders regelmatig te controleren op mycotoxineniveaus om vroegtijdige besmettingen te detecteren.
Vooral het gebruik van additieven die mycotoxinen binden en inactiveren in het darmkanaal, evenals middelen die de schadelijke effecten van mycotoxinen helpen tegengaan of het lichaam ondersteunen, zijn effectieve strategieën. VDS kan hierin een belangrijke rol spelen met oplossingen zoals VDS TOXISTOP PLUS, dit is een mycotoxinebinder die de mycotoxinen effectief neutraliseert. Door het immuunsysteem te ondersteunen en toxinen te binden, helpt VDS Toxistop Plus de ziektedruk te verlagen, de nutriëntopname te verbeteren en de voerefficiëntie te verhogen—wat resulteert in een betere groei en hogere productiviteit van dieren. Bovendien is VDS Toxistop Plus effectief tegen een breed scala aan mycotoxinen, waaronder voornamelijk aflatoxinen, DON en ZEA.
VDS biedt ook advies en ondersteuning, met expertise in voerstrategieën en preventieve maatregelen om mycotoxinen te beheersen.