Rundvee: problemen bij het voederen van een nieuwe maïskuil

    2021/10/13

    Snijmaïs bevat veel suikers en zetmeel en moet ingekuild worden. Enkele tips om problemen met een nieuwe maïskuil te voorkomen.

    Terug

    Rundvee: problemen bij het voeren van een nieuwe maïskuil

    De snijmaïs werd geoogst. Nu nog goed inkuilen voor een optimale conservering en jouw koeien hebben er nog lang genot van. Toch bevat maïs net na de oogst vrij veel suikers en zetmeel, wat koeien niet altijd even makkelijk verteren. Dankzij dit hoge suikergehalte vindt elke koe verse, pas ingekuilde maïs overheerlijk, waardoor de opname al snel (te) hoog is. Deze combinatie kan leiden tot verschillende problemen bij rundvee. Ontdek in deze blog hoe een inkuilproces werkt en hoe je de gevolgen van het voeren van verse snijmaïs aan koeien kan beperken. 

     

    De inkuiling van maïs

    Tijdens het inkuilen worden suikers door melkzuurbacteriën omgezet in melkzuur, azijnzuur en propionzuur, waardoor het suikergehalte afneemt. In verse maïs is ook heel veel bestendig zetmeel aanwezig. Een verse maïskuil bevat gemiddeld dubbel zoveel bestendig zetmeel als een oude kuil, waardoor het een optimale bron is van glucose. Wordt er een te grote hoeveelheid van dat zetmeel gevoederd aan het vee, dan zal de koe dat veel moeilijker verteren. Het conserveringsproces van zetmeel duurt ongeveer 6 tot 8 maand en zorgt ervoor dat het zetmeel beter in de pens, maar uiteindelijk ook in de dunne darm wordt afgebroken. 

     

    Mogelijke problemen bij een nieuwe maïskuil

    Een verse snijmaïskuil moet minstens 4 tot 6 weken volledig worden afgesloten, vooraleer het op een veilige manier als voer gebruikt kan worden. Voeder je meteen na het inkuilen jouw vee met verse snijmaïs? Dan kunnen er enkele problemen optreden:  

    • daling van de melkproductie; 

    • pensverzuring waardoor koeien celwandrijke voeders onvoldoende afbreken, er verteringsproblemen optreden en er minder melkvet aangemaakt wordt; 

    • andere gezondheidsproblemen. 

     

    Dit kunnen veehouderijen doen in de stal

    Als veehouder kan je problemen bij het voeren van een nieuwe maïskuil eenvoudig vermijden. Hieronder enkele tips.  

     

    Beperk de hoeveelheid

    Koeien houden van verse snijmaïs, waardoor ze snel te veel eten en de maïs dus moeilijk verteren. Beperk daarom de gift van verse maïs en vul bij met de oude maïskuil. 

     

     

    Voorkom broei

    Voorkom broei in de maïskuil en maak gebruik van een broeiremmer bij het inkuilen. Een broeiremmer op basis van azijnzuur en/of propionzuur geniet onze voorkeur. 

    Een gebalanceerd rantsoen

    Zorg voor een rantsoen met voldoende structuur en beperk het aanbod van snelle koolhydraten.  

    Maak 2 maïskuilen

    Probeer twee kuilen te maken indien je niet anders kan dan verse maïs voeren: een kleine kuil waar direct van gevoerd kan worden en een grote kuil. Laat de grote kuil zeker 6 weken dicht en voeg een extra zuur toe aan de kleine kuil om het rantsoen te verrijken. 

    Balancering van het rantsoen of gebruik van Rumistar

    Een andere optie om de overgang naar een verse maïskuil vlot te laten verlopen, is de toevoeging van Rumistar in het rantsoen van de koe. Het is een geregistreerd Alpha-amylase enzym dat de verteerbaarheid van het maïszetmeel in de pens en de darm verhoogt. Rumistar stimuleert niet enkel de zetmeelvertering, maar ook de vezelvertering. Bij verse maïskuilen is die enorm laag, dus de toevoeging van Rumistar in het rantsoen is zeker aangeraden. 

     

    Laat je bijstaan door een expert

    Maak je binnenkort de overgang naar een verse maïskuil en wil je het rantsoen van jouw rundvee optimaliseren zodat er geen problemen optreden? Laat je bijstaan door een expert van VDS Premix die je met plezier advies geeft. 

     

     

    Deel dit artikel op

    VDS NV

    Paanderstraat 40
    8540 Deerlijk
    Belgium

    Contactgegevens

    Met steun van